De voetbalsites staan er vol mee, de club wisselingen van trainers. Zeker ook de afgelopen periode, de winterstop en de maand december, en we zijn er nog niet. Bij de prof is het ook vaak schering en inslag, komen ook vroeg ontslagen voor. Bij de amateurs valt dat laatste nog wel mee, ze hebben daar meestal het geld niet voor, zeker in deze dure tijden. Subsidie aanvragen en geld spenderen aan een ontslagen trainer, schuurt een beetje.

Overigens de KNVB heeft er ook een stokje voor gestoken. Vijf wedstrijden/weken kan je ontheffing krijgen om iemand voor de groep te zetten zonder of niet voldoende papieren. Daarna moet er weer een gediplomeerde trainer met de juiste papieren voor de groep. De meeste clubs hebben geen gediplomeerde trainer op het bankje zitten.

Soms lijkt het er op dat een trainer er niet is om een elftal beter te maken, maar vooral als het mis gaat iemand die we de schuld te kunnen geven. En vaker van trainer wisselen om te voorkomen dat een trainer in vaste dienst komt met de daarbij behorende consequentie, kan zeker ook een argument zijn. Ook in dat laatste geval worden trainers niet beoordeeld op hun kunnen, maar min of meer slachtoffer van het systeem. In advertenties zoeken clubs altijd een trainer, wij hebben nog niet gelezen ‘zondebok gezocht’. Als de zondebokken geluk hebben zingen ze de rit uit en kunnen ze wat nalaten voor hun opvolger. En die opvolger gaat het natuurlijk anders doen want de club neemt niet voor niets afscheid van de man die de laatste jaren de scepter zwaaide. Toch zijn er club en/of trainers die voor de langetermijnoplossing kiezen. Bij HBSS, koploper in de derde klasse D, begint Toon Wolters van de zomer aan zijn 8eseizoen. Edwin de Koning is ook een trainer die lang bij clubs heeft gewerkt. Bij Rhoon, 10 jaar, bij Hellevoetsluis 10 jaar en nu bij Smidshoek sinds 2020. Tot nu toe gemiddeld 7.5 jaar bij een club. Dan zijn er ook nog TC’s (technische commissies) die beleidsplannen schrijven en vooral hoe hun club herkenbaar voetbal moet spelen en dat zou dan al moeten beginnen bij de jeugd. Alleen bij de jeugd wisselen trainers, vaak gelieerd aan zoon of dochter, nog vaker. Overigens als de trainer mee gaat met het grootste deel van de groep een stapje hoger valt de schade nog mee. Als de trainer van de selectie ook nog eens een eigen visie heeft, blijft er van club herkenbaar voetbal niet veel over. Visie voor de langere termijn vergt meer dan een mooi document creëren en is er eigenlijk voor clubhoppers geen plaats. Maar veel clubs beginnen elke 2 tot 3 jaar opnieuw. De leiders van die clubs zouden op een mooie avond beter ‘Mens erger je niet’ kunnen spelen dan ‘Voetbalmanager’. Dat laatste is niks mis mee, maar vaak is de werkelijkheid anders……..  

Koos Voordepoort