In het Calandkanaal ligt deze weken de TI Europe, een schip die behoort tot de Fantastic Four waarvan Euronav NV twee schepen in de vloot heeft. Naast de TI Europe ook de TI Asia. De twee andere zusterschepen, TI Africa en de TI Oceania zijn in bezit van de OSG Group.

Twee van de vier schepen zijn omgebouwd tot FSO (Floating Production Storage en Offloading schepen) en doen dus dienst als opslag voor boorplatforms. De vier schepen behoren tot de grootste olietankers in de wereld, waarvan de TI Asia de grootste is maar inmiddels omgebouwd tot FSO. Voor de grootste olietanker ooit gebouwd zullen we het moeten doen met archief plaatjes. De Seawise Giant, onder die naam voer het schip een aantal jaren, is in 1979 gebouwd in Japan en in 2009 gesloopt in India. Het schip heeft ook in de loop der jaren de namen Happy Giant, Jahre Viking, Knock Nevis en Mont gekregen. Met zijn lengte van 458,45 meter kon de Eiffeltoren er met gemak 1.5 keer in liggen en kon ook het Empire State Building er op zijn kant in. Met een breedte van 68,86meter en een diepgang van 24,61 meter een ware gigant. Er waren maar weinig havens in de wereld die het schip konden ontvangen en moest het lossen veelal op zee gebeuren. De laatste jaren werd het schip als opslag voor olie van boorplatformen in Qatar gebruikt. Met de 380 meter LAO, (Length Over All of in het Nederlands lengte over alles ) die de TI Europe heeft lijkt het schip een stuk kleiner maar niets is minder waar.

Gewoon te groot voor Rotterdam

De TI Europe komt niet vaak in Rotterdam omdat de diepgang te groot is voor de aanlooproute op de Noordzee, de Eurogeul. De laatste keer dat het schip Rotterdam aandeed, 9 jaar geleden, kwam het nog binnen onder de naam Hellespont Tarra. Inmiddels behoort de TI Europe tot een vloot van 34 schepen in een groep van zes rederijen waarin de Belgische rederij Euronav participeert. Het schip lag, na een dokbeurt bij Damen Shipsrepair in Brest, in afwachting van lading voor de Engelse kunst voor anker. Die lading is er inmiddels en wordt de TI Europe geladen met een partij stookolie voor Singapore. Het geheel zal wel geruime tijd in beslag nemen omdat het hier gaat om een STS (ship to ship transfer). Het beladen van een dergelijk schip is sowieso een lastige klus en moet er rekening worden gehouden met de product- en ballasttanks.

 

 

Als de verhoudingen niet correct zijn komen er grote krachten los op de constructie en kan het schip zelfs breken. In 1980 was het de Energy Concentration, in de 7e Petroleumhaven, die door het verkeerd lossen en vullen van de ballasttank als een sardineblikje opkrulde en waardoor de voor en achterkant van het schip aan de grond kwamen te liggen. Het bovendek bleef heel maar er zat een vreemde knik in het schip van +/- 20 graden. Rotterdam en Rozenburg bleef een ramp bespaart door dat er geen brand uitbrak. Het bleef beperkt tot 50 ton ruwe olie die in het Calandkanaal terecht kwam. Er is veel vooruitgang geboekt en dergelijke voorvallen kunnen met de huidige computertechnieken niet (of bijna niet) meer voorkomen. Eigenlijk allemaal zaken waar je niet zo bij stilstaat als je net als vele anderen gewoon een plaatje wilt maken van één van de grootste olietankers van de wereld.