Maik Kok is bezig met de toekomst, niet alleen bij het waterpolo, waar hij keeper is van het eerste team van Scom/De Zeehond en trainer van de C- jeugd. Ook met zijn studie van Bio-Farmaceutische Wetenschappen in Leiden werkt hij straks aan de toekomst. Een opleiding voor het maken van nieuwe, betere en veiligere geneesmiddelen. Maar bij Maik Kok draait het deze week om de derby tegen De Kempvis uit Spijkenisse en ook al bleef zijn ploeg Scom/De Zeehond dit seizoen nog zonder punten na zaterdag zal dat anders zijn. Of is hier de wens de vader van de gedachte.

Maik Kok

Hoe leeft de derby bij jullie

“Bij een groot deel van de ploeg best wel. Bij de Kempvis spelen oud spelers van Scom en de topscoorder is het broertje van mijn vriendin (Onno Kuller, red.). Naast het broertje van mijn vriendin, spelen ook Bas Havelaar en Peter Verschoor in het team. Los van dat het vrienden zijn, ook bij Scom gespeeld in het verleden. Dus een beladen wedstrijd. We hebben nog niet zoveel tegen elkaar gespeeld, meestal was dat vriendschappelijk. Maar na onze promotie van vorig seizoen nu in de zelfde competitie. En mijn vriendin speelt ook bij Kempvis dus hoe lekker zou het zijn om van dat team te winnen, zit ik in ieder geval een stuk rustiger de komende verjaardagen. In oefenpotjes verliezen we meestal, zij staan op de vierde plaats en wij hebben nog geen punten.”

Waterpolo familie

“Jim, mijn broer, speelt bij mij in het team en mijn vader is de coach. Dan heb ik nog een zusje Tess die speelt in de eredivisie bij ZPB in Barendrecht en heeft ook in Jong Oranje gespeeld. Mijn moeder komt uit het wedstrijdzwemmen, maar heeft ook wel waterpolo gespeeld. En mijn vader altijd gespeeld maar sinds ik met hem mee ga niet echt heel fanatiek meer, ik geloof best wel hoog maar weet het eigenlijk niet.”

Wie is Maik Kok

“Ik studeer in Leiden en begonnen aan mijn Masters en dat gaat goed. Bio-Farmaceutische Wetenschappen is de richting. Zoeken naar stofjes in het lichaam waarmee je ziektes kan aantonen en testen of medicijnen werken of juist niet en nieuwe medicijnen ontwikkelen. Het is mijn laatste jaar. Vorig jaar was het zwaarste jaar en dat heb ik goed doorstaan. Ja, en dan in het weekend ook nog een beetje werken, maar alles goed te combineren met waterpolo. Ik ben ook nog trainer van de C- jeugd bij de jongens. Dat is een team waar veel talenten in zitten en over een paar jaar komen daar zeker spelers vandaan die in het eerste team gaan spelen, zeker als ze de trainingsarbeid blijven leveren die ze nu doen.”

Dit jaar keeper van Heren 1

“Ik heb bij de jeugd ook al wel gekeept. Ook nog een jaartje met Roland (Grooten, red.) samen gekiept, maar dat beviel niet zo, voor je goed in de wedstrijd zat moest je naar de kant. Door gebrek aan spelers ben ik toen ook als speler verder gegaan. Op je vraag wat is er zo leuk aan het doel verdedigen bij waterpolo is lastig een goed antwoordt te geven. IK denk dat je op een heel aparte manier belangrijk kan zijn voor je team. Ik train wel apart van de groep. Belangrijk om lang en hoog boven water te blijven, dat kun je trainen. Trainen doe ik voor al op springen en bovenwater blijven. Mijn reactievermogen komt deels uit de periode dat tennis gespeeld heb en deels ook aangeboren denk ik. Ik was er ook een poosje tussenuit en heb niet het gevoel dat ik weer op het oude niveau ben als keeper. Dat moet nog veel beter kunnen. Ja, en wat me erg leuk lijkt dat de jongens die ik nu train straks in het eerste team spelen. Beetje investeren in onze opvolgers, maar er eerst nog wel een paar jaar samen spelen.”

En dan de voorspelling

“Zij kunnen alleen maar verliezen, winst zou zeker gezien de stand op de ranglijst normaal moeten zijn. Als het een beetje spannend wordt en de zenuwen slaan toe kunnen we misschien ver komen. Ik ga er wel voor.”